zondag 29 december 2013

Taalattitudes bij kinderen.

De eerste enquête nam ik af bij een jongen van het vijfde leerjaar. Ik legde de opdracht uit en hij knikte dat het goed was. Ik dacht dat hij het derde fragment niet zo goed zou verstaan omdat ik al gehoord had dat zijn ouders Standaardnederlands spraken. Ik liet hem de drie fragmenten horen. Ik was verbaasd dat hij het derde fragment duidelijk begrepen had. Hij vertelde mij dat dat komt doordat zijn opa ook zo praat! We moesten even samen lachen. 

Toen stelde ik hem de vragen en vaak kreeg ik de reactie: hoe moet ik dat nu weten?! Ik maakte hem duidelijk dat er geen foute antwoorden waren. De twee andere kinderen waarbij ik de enquête afnam, hadden al moeite bij het verstaan van de tussentaal, laat staan het dialect. Ik liet de laatste twee fragmenten meerdere keren horen maar ze verstonden er maar weinig van. Ik vond dit positief want zo stelde ik vast dat kinderen toch nog opgevoed worden met het Standaardnederlands. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten